Rondje Flevoland

Je hebt meegedaan aan het Zeilen Voor Volwassenen (ZVV) bij de WVZ. Hoe ziet het vervolg er uit vraag je je af. Een van de mogelijkheden om een langere tocht te ondernemen is een Rondje Flevoland. Wil je dit samen met andere deelnemers organiseren, of zoek je ondersteuning, geef dit dan vooral aan binnen de vereniging. Op deze pagina vindt je alvast wat zaken waar je rekening mee moet houden.

Een aantal jaar geleden heeft een aantal deelnemers van het ZVV, die inmiddels een eigen boot hadden, gezamenlijk met een aantal meer ervaren leden een zeiltocht rond Flevoland georganiseerd. Voor veel ZVV leden is een rondje Flevoland na het kopen van een boot (of opstappen bij een andere deelnemer) de eerste stap naar meerdaagse tochten. Maar dan ga je het onbekende water op, wat kom je dan allemaal tegen? Op deze pagina beantwoorden we vragen en geven we je een indruk van wat je allemaal tegenkomt. Door mensen bij elkaar te brengen willen we er ook voor zorgen dat deze tocht vaker plaatsvindt. 

Allereerst is een rondje Flevoland een tocht van minimaal circa 80 mijl. Met een snelle boot kan het in één dag is al eens door Randolf met Sietske en Luke als bemanning, bewezen (https://www.zeewolde-actueel.nl/nieuws/sport/208659/rondje-flevoland-in-een-dag). Naast een snelle zeiler en ervaren bemanning moet ook het weer meezitten. Randolf, Luke en Sietske dagen iedereen uit om het ook in één dag te doen. Er zullen echter niet veel ZVV deelnemers zijn waarvoor een rondje Flevoland in een dag een eerste kennismaking met een rondje Flevoland is. Daarom gaan we er vanuit dat het een meerdaagse tocht wordt.

Een rondje Flevoland in vier dagen is een kleine vakantie, in drie dagen kan je lekker varen en als je het in twee dagen wil doen ben je al twee redelijk lange dagen op het water.
Zorg er bij de voorbereiding voor dat je boot in orde is, dat je vertrouwen hebt in je boot en dat je je zelf kan redden met je boot. Je hebt in ieder geval al vaker op het Wolderwijd gevaren, ook met wat meer wind en je weet bijvoorbeeld hoe je een rif kan zetten. 

Wanneer is mijn boot in orde?

Belangrijk bij een rondje Flevoland is dat je motor in orde is en dat er geen technische mankementen aan je boot zijn. Laat je motor vooraf eventueel nakijken als je er niet voldoende vertrouwen in hebt (als het goed is onderhoud je deze al periodiek). Als zeiler heb je natuurlijk altijd je zeilen en anker voor nood, maar bij sluizen en bruggen is een goedlopende motor cruciaal.

Heb ik een vaarbewijs nodig?

Een vaarbewijs is zinvol zodat je weet wat je gaat tegenkomen onderweg, maar niet noodzakelijk. Wat basiskennis en vaardigheden helpen om de tocht veilig te ondernemen. Zie hiervoor ook VaarbewijsVaardig op onze Vaarbewijs pagina. Wat je zal merken is dat je als je je vaarbewijs al hebt, je na een rondje Flevoland veel van de theorie beter kan plaatsen en als je een rondje Flevoland hebt gedaan, het halen van je vaarbewijs makkelijker wordt omdat je een aantal onderwerpen al in de praktijk hebt gezien. Heb je geen vaarbewijs, dan kan het volgende helpen om de volgende kenmerken alvast even op te zoeken:

  • Het bordje sport, zodat je bij sluizen waar een keuze is tussen plezier- en beroepsvaart de juiste sluis kiest.
  • De kardinale betonning waarmee ondieptes gemarkeerd worden. Hier kan je aan de west kant bij het eiland de Zegge alvast mee oefenen omdat het daar erg duidelijk is. Op het Ketelmeer liggen wat kardinalen die wat lastiger zijn. Als je die op een kaart of plotter bekijkt heb je wat meer overzicht.
  • De markeringen waarmee je kan zien onder welke delen van een brug je door kan of moet.
  • De markeringen op bruggen waarmee je de hoogte van de brug kan aflezen (zorg ook dat je weet hoe hoog je boot is).

De voorrangsregels op het water ken je als het goed is inmiddels.
Wat neem ik mee?

Zorg in ieder geval voor genoeg eten en drinken en kleding die past bij de weersomstandigheden. Zorg daarnaast dat je papieren kaarten van Flevoland bij je hebt. Navigatie op een tablet, telefoon, plotter of op een andere manier kan je enorm helpen, maar zorg dat je ook zonder dat weet waar je bent en waar je heen moet.
Hoe deel ik zo’n tocht in?

Je begint vanuit Zeewolde en vaart of naar de sluis bij Nijkerk of naar het Aquaduct bij Harderwijk. Er zijn verschillende reden om één van de twee routes te kiezen. Allereerst de wind. Er zijn een aantal smalle stukken vaarwater die erg smal zijn om op te kruisen. Als je daar wind tegen hebt, gaat al snel de motor aan terwijl de uitdaging natuurlijk is om zo veel mogelijk te zeilen. Het smalle vaarwater zit vooral aan de oostelijke kant van Flevoland. Kijk bijvoorbeeld eens op Windfinder hoe je daar bij de dan geldende windverwachting zou moeten opkruisen: https://www.windfinder.com/#10/52.4271/5.6140. Kijk ook naar de voorspelling van de volgende dag/dagen, bij een draaiende wind kan je daar ook al rekening mee houden in je planning.
Zoals gezegd, is het zo’n 80 mijl rond Flevoland. Als je de gemiddelde snelheid kan inschatten die je met je boot kan varen bij weersverwachting bij de tocht en je weet hoeveel dagen je kan / wil varen, kan je de tocht gaan indelen. Vaar je in 3 dagen, dan zal je in de eerste dag ergens rond het Ketelmeer of bij Naarden / Almere moeten zien te komen afhankelijk van je gekozen richting. Dat betekent dus 25 tot 30 mijl varen. In drie dagen vaar je dus de eerste dag naar Ketelmeer (of Urk/Lelystad), dan naar Almere (of Naarden) en vervolgens terug naar Zeewolde of omgekeerde route. Doe je het in vier dagen dan kan kan je iets kortere afstanden varen (misschien één á twee uur korter per dag) en kan je bijvoorbeeld in Enkhuizen, Hoorn of Volendam extra stop inplannen.

Als je eenmaal je tocht globaal hebt ingedeeld, kan je openingstijden van bruggen en sluizen gaan bekijken. Deze openingstijden kunnen een belangrijke overweging zijn om de planning en richting van je tocht aan te passen. Zie voor de informatie van de verderop genoemde bruggen en sluizen: http://vaarweginformatie.nl
Waar overnacht ik?

Overnachten kan op verschillende manieren. Het makkelijkste is om ergens een haven op te zoeken. Vaak kan je daar dan ook wat eten of boodschappen doen. Het kan helpen om vooraf al wat informatie over de haven en de aanloop naar de haven op te zoeken. Bij sommige havens liggen er bijvoorbeeld ondieptes waar je rekening mee moeten houden. Alternatieven zijn het overnachten op een eilandje (zie de informatieop https://www.gastvrijerandmeren.nl/) of ergens ankeren waar dat is toegestaan.
Wat kom ik tegen?

Hieronder geven we een indruk van de route en wat je onderweg tegen komt. Het geeft wat houvast om je tocht voor te bereiden en bijvoorbeeld openingstijden van bruggen en sluizen op internet te zoeken.


Vanuit Zeewolde kom je als eerste de aanloop naar het Aquaduct bij Harderwijk tegen. Je kan west of oost langs Knarland. Aan de westkant loopt de oude vaargeul (dus diep genoeg) en vaar je langs de recreatiebetonning, waarachter het gelijk ondiep is. Aan de oostkant vaar je door de nieuwe vaargeul, waarbij je voor knarland rekening moet houden met de diepte tussen de oude en nieuwe vaargeul (ca 1,50m) (https://varendoejesamen.nl/kenniscentrum/artikel/knooppunt-5-13, deze kaart is helaas nog steeds niet aangepast). Aan de oostkant heb je nog een keer de keuze om eerst richting Harderwijk te varen en dan langs de knar richting het aquaduct of direct de vaargeul naar het aquaduct in te gaan (je ziet dan eerst een vaste brug waar je waarschijnlijk niet onder door kan, voor de brug ga je richting stuurboord). Vervolgens vaar je door het aquaduct waar je in ieder geval de motor standby houdt als je er kan zeilen (houd er rekening mee dat je geen andere watersporters hindert door daar op te gaan kruisen).

Het aquaduct bij Harderwijk.

Van Harderwijk naar Elburg kies je voor de oost- of westkant van het Veluwemeer. Na het onbewoonde eiland, de Krooneend kan je nog een keer kiezen. Tussen de eilanden is daar de diepte ca 1m. Bij Pierland ga je richting de vaargeul aan de westkant van het Veluwemeer (achter de eilanden die volgen is het ondiep). Als je vanuit Elburg komt, kan je na Pierland zeilend de breedte van het Veluwemeer wat meer benutten.

Na de Bremerbergsehoek volg je de vaargeul richting Elburg. Blijf hier in de vaargeul; de westkant is hier erg ondiep (dit blijft met een paar uitzonderingen zo tot aan het Ketelmeer bij Kampen). Je komt nu bij de brug bij Elburg. Je kan je hier van te voren telefonisch melden, waarbij je door middel van een keuze menu kan aangeven hoe lang het duurt voordat je bij de brug bent.

Na Elburg kom je bij de Reevesluis. Afhankelijk van de drukte en wachttijden, kan je de boot in het water stil leggen of aanleggen aan het remmingwerk langs de sluis.

Vlak na de Reevesluis kom je bij de Roggebotsluis. De Roggebotsluis is een sluis met een brug ernaast met een drukke weg er overheen. Afhankelijk van het verkeer op de weg, kan de wachttijd voor de sluis nog wel eens toenemen. Ook kan het zijn dat alleen zeilboten of juist motorboten geschut worden, zodat de brug maar kort of zelfs niet open hoeft voor het verkeer op de weg. Stem je marifoon af op de sluis zodat je hier van de sluiswachter mee krijgt wat de bedoeling is. In drukke tijden kunnen er stewards op de sluis aanwezig zijn. Hou er rekening mee dat je hun aanwijzingen opvolgt, maar dat je tegelijkertijd ook verantwoordelijk blijft voor je eigen boot. Hou, als je in een sluis komt te liggen met vrachtverkeer, rekening met het schroefwater. Zorg dat als de schroef van een vrachtschip bij het uitvaren weer aan gaat, je je landvasten nog even vast hebt. Verder is het hoogteverschil in de sluizen bij het rondje Flevoland beperkt, maar beleg je ook in deze sluizen altijd maar één kant op de boot en hou je de andere kant slippend in de hand.

Na de Roggebotsluis vaar je via het Vossemeer het Ketelmeer op. Aan het begin van het Ketelmeer vind je het IJsseloog. Je kan hier aan beide kanten omheen. De kortste weg is richting west direct richting de brug. Let op de kardinale betonning aan de oostkant van IJsseloog als je de andere kant langs gaat.

Op het Ketelmeer zet je koers naar de Ketelbrug. De ketelbrug is een combinatie van een vaste brug (hoogte ca. 12,60m) en een beweegbare brug. Als je onder het vaste deel door kan, mag je daar onder door. Kijk goed naar de borden welke opening je moet hebben. Kijk ook naar de hoogte want de opening aan de zijkant is fors lager dan de opening in het midden van de brug. Pas je er niet onderdoor of weet je niet precies of het past, dan kan je wachten tot je door het beweegbare deel kan.

Na de Ketelbrug, zet je koers naar Urk als je daar wil overnachten, anders Lelystad of Enkhuizen. Als je naar Enkhuizen gaat moet je er om denken dat je in verband met een ondiepte niet vlak onder de dijk kan varen. Kijk hiervoor vooraf op de kaart. Richting het Markermeer kies je de sluis bij Lelystad of Enkhuizen, waarbij de route via Lelystad de kortste is en je eventueel nog langs de Markerwadden kan. Denk er bij Enkhuizen om dat je de sluis voor de pleziervaart neemt (sport). Kies je de sluis bij Lelystad en kom je van het Markermeer, dan is de toren bij Lelystad een mooi herkenningspunt.

Op het Markermeer is het Paard van Marken een goed herkenningspunt (Vanuit Enkhuizen op 200 graden, ca 12 mijl; vanuit Lelystad op ca 250 graden, ca 10 mijl). Voordat je bij Marken komt, passeer je de Gouwzee. Op het Markermeer kan je nogal eens vrachtverkeer richting of vanuit Amsterdam kruizen. Deze schepen varen harder dan je denkt.

Na het Paard vaar je richting Pampus. Vanaf Pampus vaar je langs Marina Muiderzand richting de Hollandse Brug. De Hollandse Brug is een vaste brug, met een hoogte in het midden van ca 13m. Als je schip er niet onder door past of als je mast niet naar beneden kan, kan je het deel van Flevoland tussen de Hollandse Brug en de Stichtse Brug niet bereiken.

Na de Hollandse Brug vaar je over het Gooimeer. Wil je hier ergens overnachten, dan zijn de jachthavens van Almere, maar ook Naarden in de buurt. De jachthaven van Naarden ligt in een hoek verscholen achter het eiland De Schelp. In verband met de ondieptes is het zinvol vooraf te bekijken waar je kan varen met je boot. De gestreepte recreatiebetonning staat ongeveer op de grens van 1,50m. Zeker als je boot meer dan 1,50m diep steekt, en je wil op het meer buiten de vaargeul zeilen, is het zinvol om vooraf een kaart met dieptes te bekijken. Aan het eind van het Gooimeer kom je bij de Stichtse brug. Dit is ook een vaste brug, hoogte ca. 12,60m.

Na de Stichtse Brug vaar je het Eemmeer op. Via Spakenburg en de Eemhof vaar je richting de sluis bij Nijkerk. Ook bij deze sluis zit een brug naast de sluis met druk verkeer. De sluiswachter heeft graag dat je op tijd klaar maakt en goed aansluit om onder de brug door te varen.

Na de sluis bij Nijkerk vaar je met de bocht mee over het Nuldernauw naar Zeewolde. Ook hier geldt dat het naast de vaargeul direct erg ondiep kan zijn. Hou hier dus rekening mee. Als het goed is, heb je het eiland de Zegge weer in zicht.

Veel plezier en een goede reis!

Heb je aanvullende tips, opmerkingen, ervaringen of foto’s die we hierbij kunnen plaatsen, stuur ze naar webmaster@wvzeewolde.nl